ting en vervolging, die plaats vonden, blijven voelen.
In tegenstelling met vroeger, toen de vervolgden konden uitwijken, zijn zij nu onherroepelijk vernietigd.
Wee, de erfenis.
Indien de mcening der biologen en psychologen, dat de mensch van nature een strijder is, juist is, en voor geen tegenspraak vatbaar, welnu, dan valt er voldoende te vechten. Hard en fanatiek te vechten tegen armoede, ziekten, misverstanden, natuurrampen en hunne gevolgen.
Instede te droomen over het verleden, dat onherroepelijk verdwenen is, moeten wc ons ernstig en eerlijk en vooral onbaatzuchtig bezighouden met het tastbare heden en de zorgbarende toekomst.
Indien er sprake is van een zich scharen onder één banier laat dan de strijdkreet zijn: Mensch-heid wordt een. Laten we althans in één opzicht blijk geven elkander te verstaan, n.1. dat we ons verheffen moeten boven het instinct van het redelooze dier. Laten we liefdevol en verdraagzaam de handen ineenslaan, samen opbouwen, tezamen herstellen, ook moreel, geestelijk en ethisch, wat vernietigd werd.
82