97
waarbij met name de eerste twee van belang zijn.1 Het imperiale perspectief richt zich op de tactieken die door de nazi’s werden gebruikt om de lokale elite te laten meewerken aan de uitvoering van hun beleid.2 Het koloniale perspectief kan verklaren waarom de Jodenvervolging in Nederland op dezelfde leest geschoeid was als die in Oostenrijk en Polen. In het vergelijkende literatuuronderzoek van Griffioen en Zeller is met die factor geen rekening gehouden. Men kan verwachten dat de imperiale en koloniale mentaliteit ook in de structuur en inhoud van de archieven terug te vinden is. Onderzoekers die dit perspectief hanteren, profiteren van nieuwe benaderingen voor het archiefonderzoek, zoals die onder andere door Stoler in de praktijk is gebracht voor koloniale bureaucratieën. Kolonialisme en imperialisme zijn nieuwe interpretatiekaders voor de Holocaustgeschiedschrijving.
Zij kunnen worden gestoeld op onderzoeks- en interpretatiemethoden die reeds zijn toegepast op de archieven van koloniale en imperiale bureaucratieën en in dat kader al hebben geleid tot vernieuwende historische en archiefwetenschappelijke inzichten. Reconstructie van de context is een noodzakelijke voorwaarde om de slachtoffers van de oorlog die Hitler heeft gewonnen op een juiste manier te kunnen blijven herinneren.
Requiescant.
264
1
Ido de Haan, ‘Imperialism, Colonialism and Genocide. The Dutch case for an International History of the Holocaust’, BMGN - The Low Countries Historical Review, vol. 125, 2-3, (Den Haag 2010) 301 -327.
2
Ibidem, 315.