Vermoedelijk op transport

Titel
Vermoedelijk op transport

Jaar
2011

Pagina's
117



9

en die ieder beschikten over een administratief subsysteem. Welke afdelingen waren er, wat was hun functie en wat is hun relatie met de bewaarde documenten, lijsten en de Joodsche Raadcartotheek?

Het derde hoofdstuk behandelt een complex onderdeel van de uitvoering: de Sperres (tijdelijk uitstel van deportatie). De bezetter deelde de vervolgden in categorieën in, die op verschillende tijdstippen voor deportatie in aanmerking kwamen. In de Joodsche Raadcartotheek komen veel kaarten voor, die uitgebreide procedurele aantekeningen over de Sperre-aanvragen bevatten. Zonder nadere context zijn deze cryptisch. De uitkomst van deze procedures waren lotsbepalend. Hoe ontwikkelde het systeem van tijdelijke vrijstellingen zich en welke categorieën gesperrden waren er? Hoe is de verhouding tussen de formele context en het vaak informele karakter van de procedures en wat is er bekend van het achterliggende administratieve proces (administratief-procedurele context)?

Hoofdstuk vier betreft de communicatie tussen de Joodsche Raad in Amsterdam en haar afdelingen in Westerbork. Om tijdig Sperres toe te kennen was snelle communicatie van levensbelang. Het administratieve proces was afhankelijk van een goede logistiek van het berichtenverkeer. Wat waren de communicatiemogelijkheden en hoe werden deze door de Joodsche Raad gebruikt, maar ook: wat was de invloed van de bezetter hierop?

Het vijfde hoofdstuk richt zich op het administratief proces achter de deportaties. Deportatie bestond uit twee fasen: transport naar Westerbork en deportatie vanuit Westerbork naar het Oosten.

In beide fasen kon men worden teruggesteld. Het systeem ontwikkelde zich door trial en error. Er worden deportatielijsten geanalyseerd uit drie perioden: het begin, 15 juli 1942, de ontruiming van de Nederlandse Rijkswerkkampen in oktober 1942 en de lijsten van de Sobibor-transporten in 1943. Wat was de rol van de Joodsche Raadafdelingen in Amsterdam en in Westerbork? En hoe werd de administratieve continuïteit van de bevolkingsregistratie door de deportaties beïnvloed?

In het zesde hoofdstuk wordt ingegaan op de doodstijdingen en de verschillende wijzen waarop het naziregime daarmee omging. Het beleid was doorgaans om geen doodsberichten van vermoorde joden aan nabestaanden of autoriteiten te verstrekken, maar in een aantal gevallen gebeurde dit wel. Was dit het gevolg van een bewuste keuze of van een gebrek aan kennis over de bureaucratische consequenties van de Endlösung bij de uitvoerders daarvan? Aan de hand van voorbeelden uit Auschwitz en omgeving zal worden geïllustreerd dat de uitvoeringspraktijk zowel in de tijd als per plaats verschilde.

Hoofdstuk zeven richt zich op de opsporing en de geredde archieven na de bevrijding. Er was een grote vraag naar informatie over de vermiste gedeporteerden. Diverse officiële instanties en particuliere initiatieven trokken zich het lot van de nabestaanden aan en trachtten hen van informatie over de vermisten te voorzien. De belangen van deze instanties liepen uiteen. Zowel de context als de functie van het materiaal veranderden: gegevens werden niet meer in het kader van vervolging gebruikt, maar als instrument voor opsporing van personen en het vaststellen wat er uiteindelijk met ze gebeurd was. Hoe verliep de reparatie van de enorme administratieve discontinuïteit die was ontstaan en wat zijn daarvan de gevolgen voor de volledigheid van de huidige slachtofferbestanden?










Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.