74
Vermoedelijk uit efficiency-overwegingen werd er op de administratie gebruikgemaakt van joodse dwangarbeiders en dat was ook meteen de zwakke schakel voor de geheimhouding. Debora Brandel was zeer goed op de hoogte van de administratieve uitvoering.1 De namen van de joden die direct na aankomst werden vergast, werden niet geregistreerd. Aan de hand van haar getuigenis werd vastgesteld dat de selectiegrens voor mannen bij ca. 15 en 50 jaar lag en dat voor vrouwen de bovengrens bij 30 jaar lag. Voor het Informatiebureau was dit gegeven van belang om te kunnen inschatten wie er direct bij binnenkomst in het kamp werden en vergast en wie er nog enige tijd de werkkampen konden hebben overleefd. De joodse sterfgevallen werden tot 1 mei 1943 door het Standesamt geregistreerd, doorgaans met fictieve doodsoorzaken. Tewerkgestelde joden, die later te zwak bleken om te werken, werden vergast. Dit stond bekend als Sonderbehandlung en hun gegevens (de steek-kaar-ten uit de cartotheek en Haftlingspersonalbogen die bij binnenkomst in het kamp waren ingevuld) werden vernietigd. Met één consequentie was namelijk geen rekening gehouden. Het Standesamt in Auschwitz stuurde volgens de geldende regels kennisgevingen van overlijden naar de gemeentes in Polen en Duitsland, maar dit stopte nadat er vanuit diverse gemeentes verbaasd werd gereageerd op het grote aantal sterfgevallen uit een dergelijke kleine gemeente. Om de hoge aantallen sterfgevallen te camoufleren werden er codenummers ingevoerd.2 De administratieve uniformiteit en continuïteit waren ondergeschikt aan de doelstellingen van de Endlösung: het op heimelijk en massaal vernietigen van joden en Sinti en Roma. Maar door gebrek aan kennis over de werking van de plaatselijke bureaucratie moest er achteraf ad hoc worde gereageerd om die geheimhouding te herstellen.
74
Afb. 6.1. Het ‘eerste officiële sterfgeval in Silezië’ van 2 september 1942. De dood van Markus Werkheim werd op 18 september 1942 door de Joodsche Raad gemeld.198
196
197
198
Archief IB-NRK, inventaris Westerbork, aanvraagnummer 2399.
1
Ibidem. Er zijn twee protocollen opgemaakt: op 22 maart 1946 door M. Rosenberg dat voornamelijk informatie bevat over de bij mevrouw Brandel bekende sterfgevallen en op 6 juni 1947, opgetekend door Dr. L. Landsberger dat gegevens bevat over de administratieve procedures in Auschwitz.
2
Ibidem, protocol Debora Brandel de dato 6 juni 1947, 1e pagina.