60
5 Vermoedelijk op transport. De deportatielijstenDe deportatie uit Westerbork was een lotsbepalend moment voor de slachtoffers: de poort naar de hel. Op vrijwel elke Joodsche Raadwerkkaart van een gedeporteerde staat die datum diagonaal met rode potloodletters vermeld. Maar betekent dit dat de Joodsche Raad volledig op de hoogte was wie er werden gedeporteerd? Of werd deze informatie pas in een veel later stadium op de kaarten genoteerd? En wanneer was bekend of iemand was overleden?
5.1 Casus: Frieda Herzenberg-EttlingerDe Goudse Frieda Herzenberg-Ettlinger had op grond van Ecuadoriaanse nationaliteit en paspoort, dat door haar in Zweden woonachtige broer voor haar was aangevraagd, via de Joodsche Raad bij de Zentralstelle een verzoek ingediend om naar Zweden te mogen uitreizen. Het achterliggende dossier met correspondentie tussen de betrokkenen is verloren gegaan. Maar doordat de kerninformatie uit die stukken is genoteerd op de Joodsche Raadwerkkaarten, kan de feitelijke gang van zaken worden gereconstrueerd.
Afb. 5.1. De Joodsche Raadwerkkaart van Frieda Herzenberg-Ettlinger. Rekestnummer: 30.905.
Het gebeurde vaak dat men via meerdere administratieve wegen aan deportatie probeerde te ontkomen. Sperres werden vaak gestapeld. Maar zo lang de definitieve Sperre niet was afgegeven, kon men op ieder moment worden gedeporteerd. Dit lot trof ook Frieda. Op 20 april 1943 werd zij gedeporteerd, zo geeft de rode diagonale potloodnotitie op de kaart aan. De bestemming was het vernietigingskamp Sobibor. Daar werd zij na aankomst op 23 april 1943 meteen vermoord. Deportatiedatum en bestemming waren op dat moment niet bij de Joodsche Raad of andere