59
De communicatielijnen via huispost in kaart gebracht.
Op 19 maart 1943 bezoekt Abraham het Voorlichtingsbureau Amsterdam Oost. Via Centrale Voorlichting (Lijnbaansgracht 366) wordt het rekestformulier naar Westerbork gezonden (blauwe lijn). Hier wordt één kaartje aangemaakt met gegevens over het verzoek. Inmiddels zijn Abraham Jas en zijn vrouw op 20 maart 1943 in Westerbork aangekomen, zij leveren hun PB’s en Distributiestamkaarten in en hun personalia worden op 20 maart 1943 door de afdeling Algemene Voorlichting/Antragstelle op twee kaartjes geregistreerd.
Het baraknummer wordt aangegeven, zodat men weet waar zij zich bevinden voor nader bericht.
Op 23 maart 1943 worden Abraham en zijn vrouw gedeporteerd naar Sobibor, waar zij direct na aankomst op 26 maart worden vergast. De bureaucratische procedure is echter nog niet afgerond. Wel is al op 25 maart 1943 negatief beschikt door (of in naam van) de kampcommandant. De afwijzing (rode lijn) komt op 26 maart 1943 aan bij Centrale Voorlichting in Amsterdam. Daar wordt genoteerd op de werkkaart dat er niets te bereiken is.
Op 28 maart 1943 wordt het afwijzende bericht doorverzonden naar het bureau Afrikanerplein. Op 29 maart 1943 wordt het briefje afgelegd. De zaak is afgehandeld.
JR werkkaart III gecombineerd Jas/Willing
Diagram 4.1.: het administratieve proces voor aanvraag van een Lagersperre in beeld gebracht. De formulieren en briefjes werden via huispost uitgewisseld. Er zijn twee organen binnen de Joodsche Raad die kaartjes aanmaken met de gegevens van Abraham Jas en echtgenote: de Antragstelle in Westerbork en Centrale Voorlichting in Amsterdam.