31
31
flfidES»7-ï2
EïrKVn r, >, [] L b->~r
■^w.. 3. f£-£r< qj
^TwTif^höö
2rieeer-
..13D4
S ^ Amofi hnrris.Tn
.
-Jcappar {h).
«n ■ O.- Vaci lil
rÉ 1 TJa^en» Jud-fc^
11-vjj lyi>-™>
B"PP Üflti 06
ud
fk.i'Ji-Kilk pïfc'lïfi
gjuliL-
S1™
JÜÜIAIO
Afb. 2.6. De persoonskaart van Mozes Frieser zoals bewaard in het Stadsarchief Amsterdam. Deze kaart is nooit naar Westerbork gestuurd, daar werd later een nieuwe ‘witte noodkaart’ aangemaakt (zie hieronder).
Afb. 2.7: De persoonskaart (witte noodkaart) van Mozes Frieser uit de Hulpsecretarie in kamp Westerbork. De afvoerdatum ‘buitenland’ is de feitelijke deportatiedatum.
Als gevolg daarvan is de overlijdensdatum (die na de oorlog is vastgesteld door het Informatiebureau) eerder dan de datum van administratieve ‘afvoer naar Duitsland’. Op de kaart van de Hulpsecretarie, gemaakt tijdens de bezetting, is het overlijden niet vermeld, maar wel de juiste datum van registratie in het kamp Westerbork en de juiste deportatiedatum. Het waterdichte systeem van Lentz was lek geslagen door de uitvoeringspraktijk van de Endlösung: de deportaties werden in gang gezet zonder dat met de administratieve consequenties voor de bevolkingsregistratie rekening werd gehouden.