Vermoedelijk op transport

Titel
Vermoedelijk op transport

Jaar
2011

Pagina's
117



21

daar wel iets bereiken voor de binnengekomen strafgevallen. Via contacten bij de Zentralstelle verkreeg men lijsten met de namen en geboortedata van de gearresteerden die zich in Amsterdamse gevangenissen bevonden.1 Wielek geeft een voorbeeld van dit ‘ont-S-en’:

Enkele vrienden van een te Westerbork vertoevende strafgevangene konden een bakkerij-inrichting op de kop tikken. Deze werd aan de Kommandatur ten geschenke aangeboden. Als tegenprestatie werd de strafgevangene ont-S-t. 2

Kortom: wheeling and dealing. Volgens Croes en Tammes slaagde 17,7% van de geregistreerde strafgevallen er met behulp van de Antragstelle in de status van Haftling te verliezen. Zij werden niet met het eerstvolgende transport naar het Oosten gedeporteerd.3 Toch hield deze procedure ook een voordeel in voor de Duitsers, omdat joodse arrestanten die zonder papieren werden binnengebracht zo toch konden worden overgehaald om hun identiteit kenbaar te maken. Dankzij de persoonlijke inzet en contacten van Ottenstein kon de Antragstelle uitgroeien tot wat Presser betitelde als een ‘soort Westerbork-Expositur, de tweede zeef na de Amsterdamse, de laatste strohalm vóór het vertrek’.4

2.5 ‘Records follow function’: de diverse cartotheken

De output van bureaucratische systemen wordt vooral bepaald door de functie die zij uitoefenen. De gegevens die werden bijgehouden in kaartsystemen en op lijsten waren een gevolg van de functie(s) die de betrokken organen uitoefende(n). Met 160.000 Joodsche Raadkaarten is er aan records geen gebrek, maar de complicerende factor is het feit dat die functies niet altijd helder waren en vaak ook deel vormden van een informeel proces. Maar we moeten ons realiseren dat de afdelingen van de Joodsche Raad specifieke functies hadden, die terug te vinden zijn in de administratieve output. Hier komen aan de orde: de diverse cartotheken van de Joodsche Raad in Amsterdam, die van de Antragstelle in Westerbork, de cartotheek van de Hulpsecretarie van de gemeente in kamp Westerbork en de Zentralkartei in Westerbork. Al deze cartotheken waren op een bepaalde manier met elkaar verbonden, want de persoonsgegevens van de gedeporteerden kon op enig moment met elk van deze cartotheken worden uitgewisseld. Het belangrijkste gegeven over het lot van de joden, de deportatie-datum, was niet in deze cartotheken vastgelegd. De datum van deportatie was alleen in de Zentralkartei vastgelegd in de deelcartotheek ‘vertrokkenen’.

2.5.1 De Zentralkartei van kamp Westerbork

De medewerkers van Ottenstein vormden zowel de cartotheek van de ‘informele’ Antragstelle als die van de Zentralkartei van het kamp Westerbork. De Zentralkartei werd door de Registratur bijgehouden en viel onder Dienstbereich II van de kamporganisatie. Er werd in vastgelegd wie er in het kamp zaten en wat hun status was. Zo kon worden vastgesteld wie kon worden gedeporteerd en wie (nog) niet.

De organisatie van de Registratur en de voorschriften betreffende de werkwijze zijn vastgelegd in de Dienstanweisungen van 12 november 1942 en zijn gebaseerd op het Lagerbefehl van 3 november









56

57

58

59


1

Ibidem, 289.

2

Ibidem, 288.

3

Croes en Tammes, Gif laten wij niet voortbestaan, 90.

4

Presser, De Ondergang II, 313.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.