Vermoedelijk op transport

Titel
Vermoedelijk op transport

Jaar
2011

Pagina's
117



11

In een rechtstaat wordt de wet- en regelgeving vastgelegd, zodat iedere burger weet waar hij aan toe is. Maar overal in Europa waar Joodsche Raden op last van de Duitse autoriteiten werden opgericht was het standaardprocedure van de Duitse politionele autoriteiten om mondelinge bevelen te geven.14 In Nederland werden de voorzitters van de Joodsche Raad Abraham Asscher en Prof. David Cohen ook met deze werkwijze geconfronteerd. De tactiek om de joden te dwingen als handlangers van hun eigen vernietiging te fungeren werd na de AnschluB (maart 1938) in Oostenrijk onder leiding van Adolf Eichmann ontwikkeld door het Sonderkommando van het SD-Referat II-112. Op last van Eichmann werd de Israelitische Kultusgemeinde Wien opgericht, de Oostenrijkse Judenrat. Ook de eerste Zentralstelle für jüdische Auswanderung zag het licht.15 Vervolging en zogenaamd ‘Joods zelfbestuur’ waren nauw verbonden. Volgens de Oostenrijkse auteur Doron Rabinovici vormde de strategie die in Oostenrijk werd ontwikkeld de basis voor de aanpak in andere landen.16 De historicus Trunk, sprekend over Oost-Europa, benadrukte juist het gebrek aan coördinatie en de afwezigheid van een consistent patroon bij de opkomst van joodse raden. Volgens Dan Michman werden er door de Nazi’s twee modellen van headship ingevoerd: een landelijk en een plaatselijk systeem. Hij spreekt van headship omdat de autoriteit van de leiding werd ontleend aan een externe macht: de Nazi’s.17 Vanaf oktober 1941 werd de functie van de Joodsche Raad voor Amsterdam uitgebreid tot heel bezet Nederland: het plaatselijke headship-systeem werd naar het landelijke systeem omgevormd.18

De Joodsche Raad voor Amsterdam beschikte ten behoeve van de communicatie met de joden over zijn ‘eigen’ persorgaan, het Joodsche Weekblad. De eerste redactievergadering vond op 6 april 1941 plaats. Het blad verscheen wekelijks van 11 april 1941 tot 28 september 1943 en fungeerde vooral als een doorgeefluik voor de Duitse bevelen en verordeningen. Ook de Duitse autoriteiten in Oostenrijk eisten na de Anschluss dat er een centraal orgaan zou komen dat alle verordeningen en kennisgevingen in het kader van de Judenpolitik publiceerde. In Berlijn was in november 1938 op last van de autoriteiten een joodse krant opgericht, die de plaats innam van alle andere joodse periodieken. In Wenen werd het Nachrichtenblatt opgericht, in Praag de Zydowske Listy, de Gazeta Zydowska in Krakau en de Gazeta Evereiasca in Boedapest.19 In geen enkel geval waren dit zelfstandige persorganen van zelfstandige joodse raden.

Sinds mei 1941 bestond de hoofdtaak van de Zentralstelle für Jüdische Auswanderung in Amsterdam uit de voorbereiding van deportaties: het administreren, oproepen en ophalen van de joden. Dit orgaan werd geleid door Sturmbannführer Willy Lages en was een zelfstandig onderdeel van de Sicherheitspolizei und SD dat de uitvoering van de ariseringspolitiek op niet-economisch gebied coördineerde. De dagelijkse leider was een vrij laaggeplaatste functionaris: SS-Hauptsturm-

14

15

16


17


Raoul Hilberg, Sources of Holocaust Research, 36.

Doron Rabinovici, Instanzen der Ohnmacht. Wien 1938-1945. Der Weg zum Judenrat (Wenen 2000) 10.

Ibidem. De auteur spreekt van het ‘Wiener Modell’, een typering die voorbij lijkt te gaan aan de verschillen die in de uitvoering per land zijn te constateren. Maar de overeenkomsten van de Weense aanpak met het in Nederland toegepaste vervolgingsbeleid zijn wel degelijk frappant.

Dan Michman, ‘Duitse perspectieven, Joodse perspectieven’, in: R. van Doorslaer en J.P. Schreiber, De curatoren van het ghetto. De vereniging van joden in België tijdens de nazi-bezetting (Tielt 2004) 23-111, alhier:


31.

18    Vergadering Joodsche Raad voor Amsterdam van 16 oktober 1941; zie: Johannes Th. M. Houwink ten Cate, ‘Het jongere deel. De demografische en sociale kenmerken van het jodendom in Nederland tijdens de vervolging’ in; Jaarboek van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (Amsterdam 1989) 9-66; alhier 25; noot 85.

19    Rabinovici, Instanzen der Ohnmacht, 26.







Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.