Vingeroefeningen

ment vond, waren mijn ouders niet tevreden met deze qualificatie van mijn onmaatschappelijk uiterlijk,

„Het heeft een voordeel,” merkte mijn vader plotseling tot mijn stomme verbazing op — het was voor 't eerst dat zijn opinie over mij in eenig opzicht gewijzigd werd — „ze kan direct eiken dag haar heele hoofd met haar en al wasschen, net als een jongen. Ik houd niet van stoffig haar." De nichten en Tante protesteerden ongewoon hevig en vonden eenmaal per 3 maanden je haar wasschen meer dan genoeg, maar mijn vader herhaalde droog: „Nee, stoffig haar vind ik onsmakelijk" en keek met een vagen blik naar de vlechten en knotjes.

Om het echec met het haar goed te maken, werd een loflied op Hannes aangeheven, op zijn deftige afkomst: hij is van eerste familie", zijn knapheid en zijn beginselvast karakter: „Als eerstejaars student werd hij direct geheelonthouder — hij kon niet tegen dat ruwe ontgroenen — en nooit heeft hij meer een druppel sterken drank geproefd." Hannes staarde met waterige oogen in de verrukte van nicht Ans en vertelde op een toon of hij in trance verkeerde, dat hij vergeestelijkt leefde, vegetariër en aestheet was en sinds