woon. Alleen ontbraken er altijd wat tanden en kiezen in boven- of onderkaak, het bezit van één of meer gouden tanden zou misschien een triest politiebericht minder gebracht hebben. Alles heeft verband met elkaar onder de zon en de sterren van deze wereld - alles . ..
Men eet nu met rare lichte dingen, die overdreven glimmen en overdreven gelijkmatig zijn, vooral de vorken. Het is heerlijk een zilveren vork te hebben, met een beetje ongelijke en gesloten tanden, maar de steel is zwaar en sterk met grote keuren en die zegt ‘eet maar lekker’. Die vork heb ik nu niet meer, en het is vreselijk sentimenteel gevoelens te krijgen ten opzichte van een vork, het is helemaal vreselijk sentimenteel te zijn of te worden - het is een vies, week gevoel, goed voor een dik, rozig soort mensen die veel geld op de bank hebben. En men went werkelijk aan alles; ook aan het hanteren van gewichtloos eetgerei. En de werkvrouw neemt het niet mee - dat is ook een voordeel, ze laat het rustig in de la üggen. Vroeger verdween er veel van het zilver; men was luchthartig en at natuurboter en men kon over elke zilveren lepel geen kwestie maken met een werkvrouw, die verder zo bijzonder aardig en geschikt was. Ook van de margarine neemt ze niets mee - het is opmerkelijk, hoe veel langer men met een pond margarine dan met natuurboter doet -misschien ‘strijkt het veel voordeliger uit’, zoals de werkvrouw optimistisch meent opgemerkt te hebben. Dus men is ook weer enige zorgen kwijt.
Maar vijf kamers zijn te veel - men moet iets tegen de huur ondernemen. En de belasting doet er dan ook wat
99