kwam nog bij ’Electra’ op de wereld.’ De werkvrouw heeft tranen in haar ogen en ze glimlacht even. Het is een schone smartelijke glimlach. Ze krijgt ook tranen in haar mooie grijze ogen, wanneer ik een levensverhaal doe. Ik heb ook verhalen die tranen waard zijn - en een glimlach misschien er bij. Ik heb ook al eens in het duister gestaan. Wij zijn op onze tijd allemaal wel eens arm, klein en bang geweest. - De verhuizing is met geklop en gedreun ergens ver weg - dichtbij ligt een groot, log beige kleed met wilde en toch saaie bloemen er op — mosgroen zijn die bloemen, het ellendigste groen dat er bestaat - en niets lijkt minder op mos. Verhuizingen zijn eigenlijk iets verschrikkelijks. Er worden onmogelijke dingen van je geëist op het gebied van orde en stipte zakelijkheid temidden van de volslagen chaos - en er doemen ongelukkige herinneringen op bij het terugvinden van oude medicijndoosjes met naam en adres van de patiënt in schoonschrift er op en de patiënt is al dood.
In elk ontzettend salon met pendule en coupes, bij elke vervelende gelegenheidsvisite uit mijn kinderjaren schijnt dat kleed tegenwoordig geweest te zijn. Het ruikt muf als de salons en het ademt verveling uit als de verloren uren, die je onder schel bloot lamplicht over je heen moest laten gaan. Heb ik niet eens in lang vervlogen jaren een glas limonade laten vallen op dat beige ongelukskleed - de kinderen lachten me uit - er kwam een donkerrode glimmende vlek, die als door hekserij tot in het afgrijselijke groter bleef worden en de meneer en mevrouw van het verjaarspartijtje keken me kil aan. En er werd met azijn en warm water gewerkt of hun leven van dat beroerde kleed afhing. Neen, er is geen rode vlek, die als bloed in mijn herinnering nabrandt, op dit kleed te zien. Nacht-merrie-karpetten en oude medicijndoosjes, zou je die bij elke verhuizing terug moeten vinden? - Ik heb nooit goed geweten wat een ziekenzaal met 30 bedden is. Maar nu is dat oude zielige medicijndoosje te voorschijn gekomen en