Mary Dorna debuteerde als schrijfster op 24 januari 1926 met Een storende verschijning, een verhaal van nog geen 500 woorden dat in Het Volk verscheen. De legende wil dat het haar antwoord was op de uitdaging van een familielid, dat Mary niet in staat zou zijn tot het schrijven van een stukje ter lengte van twee kwattarepen. Of het verhaal van de weddenschap nu op waarheid berust of niet, Mary Dorna was zo enthousiast over het feit dat haar stukje geplaatst was dat ze doorging met schrijven. Zo ontstond in de loop der j aren een oeuvre van een 160-tal korte verhalen, voornamelijk gepubliceerd in Het Volk, Het Vaderland, de nrc en De Groene Amsterdammer. Na 1940 heeft Mary Dorna nog slechts enkele verhalen geschreven, meestal op aandrang van anderen.
Van haar verhalen zijn voor de oorlog drie bundels verschenen: Wanordelijkheden rondom een lastig kind (1933), Onmaatschappelijke voorkeur (1938) en Vingeroefeningen (1940). Deze werden samengesteld door Bruno Wille, Mary Dorna’s tweede echtgenoot, die daarvoor steeds een keuze maakte van haar beste verhalen uit de achterliggende periode. Daardoor vertonen deze bundels ieder afzonderlijk een grote homogeniteit. Dat kan van de naoorlogse bundelingen helaas niet gezegd worden. Toen verschenen achtereenvolgens Laten we vader eruitgooien (1967), Een heer om port mee te drinken (1968), Trammelant met de familie (1969) en De wereld van Mary Dorna (1970). Het zijn steeds wisselende keuzes uit de vroegere bundels, soms aangevuld met enkele ongebundelde verhalen, waaraan iedere verantwoording ontbreekt en men kan zich dan ook niet aan de indruk van volstrekte willekeurigheid onttrekken.
Toch vertonen de verhalen van Mary Dorna, door hun sterk autobiografisch karakter, een natuurlijke onderlinge samen-