kou en wind en mist - en wat stroef en teruggetrokken gaat hij aan tafel zitten. Hij krijgt zijn glas port en langzaam vouwt hij een courant open, een dier juist genoemde grote, nieuw uitziende couranten, waarop wij niet geabonneerd zijn. Er is een atmosfeer van koele duidelijkheid om hem - hij heeft weinig woorden en rustige langzame gebaren. ïk ben klein en wou, dat hij wat meer zei. Ik zou graag willen vragen, of die port hem lekker smaakt en of ik ook eens zou mogen proeven - en waarom hij er een stukje kaas bij eet - zo iets gewoons bij zo iets bijzonders als port me lijkt te zijn. En of hij het prettig vindt zo lang over één bladzijde van een courant te doen. Het bevalt mij niet, dat hij vensters en deuren ver open heeft gezet, maar ook dat zou ik willen weten, waarom je in een kamer, waar het juist aangenaam warm is, zoveel kou binnen laat stromen - nog wel, wanneer je pas uit die kou komt. Eens heb ik het gevraagd - het hield me erg bezig - maar het antwoord stelde me niet erg tevreden: ‘Dat is fris - wind en regen - ik houd van wind en water en alles wat fris is.’ Hij keek onze ruime kamer, waar de haard gloeide, met een blik rond, of hij in een klein benauwd hol zat.
Zoals steeds was alles bij ons geboend en geschrobd en afgestoft - het kon onmogelijk onfris zijn in die kamer. En ik mocht volstrekt niet gedurende dat grimmige openzetten van vensters en deuren mijn altijd wat koude handen op de schoorsteen boven de haard warmen - dus er waren genoeg dingen, die me niet aanstonden. Doch er kwam een eigenaardige frisheid, om zijn eigen woord te gebruiken, met hem binnen. Die was in zijn doorzichtig blauwgroene ogen - maar dan op het koele af - op zijn zorgvuldig geschoren, gebruinde kaken. En na elke treinreis, hoe lang ook, waren zijn nagels als pas gemanicuurd, glanzend met grote halve manen. De zwijgende manier, waarop hij naar mijn nagels keek, w as afkeurend - er scheen altijd iets met mijn handen en vooral nagels te zijn, dat hem niet beviel. Soms verwaardigde hij zich de laatste enige bewerkingen te doen toekomen, doch er scheen niets anders op te zitten, dan ze zo kort mogelijk te knippen. Bij de manen schudde hij enkel zijn hoofd.