mij dooden zullen.
Doch het is beter, dat ik om het leven gebracht word, dan dat ik, God beware, den sabbath ontwijd door verder te reizen.
En hij trok voort.
Toen hij nu uit het bosch kwam, was het reeds zoo laat, dat het spoedig sabbath zou zijn. Toen dacht Rabbi Chanina: het zal spoedig sabbath zijn. Daarom zal ik mij onder een boom nederzetten en daar het gebod van sabbathrust in acht nemen.
Plotseling zag hij een mooi huis voor zich. En hij dacht: in dit huis wonen misschien roovers. Het is echter beter om te komen, dan den sabbath te ontheiligen. En hij besloot onderdak te vragen in het huis om er den sabbath door te brengen.
Hij ging er dus heen, deed de deur open en keek in het huis rond. En hij zag vier kamers. Aan iedere zijde een kamer. En hij deed de kamer open, die op het oosten lag en keek naar binnen. Er stond een prachtig bed. En in die kamer waren nog drie kamers, de een al mooier dan de andere.
Toen ging Rabbi Chanina een andere kamer binnen. Daar stonden ook prachtige bedden. Het beddegoed was van zijde en de legersteden van
76