een geschenk geven en mij met haar verloven. Maar onder de goeppah wil ik eerst met haar gaan, als ik meer geleerd heb. Dan zal ik, zoo God wil, terug komen en zullen wij de bruiloft vieren.
En Rabbi Joeda Chassid vertelde het zijn dochter en zij was er mee tevreden.
Toen werd in een goed uur de verloving gevierd, de verlovingsbrief werd geschreven en de tijd voor de bruiloft vastgesteld.
En de goede Rabbi Chanina ging weg om te leeren.
En de Heilige, geloofd zij Hij, hielp hem, zoodat hij bij een Rabbi kwam, die de geheele Thora kende.
Rabbi Chanina woonde nu wel honderd mijlen van Regensburg af. En men hoorde niets meer van hem.
En Rabbi Joeda en de andere Chassid zagen in een droom, dat Rabbi Chanina niet tijdig voor de bruiloft terug zou komen. Toen weenden zij dag en nacht. Ten slotte vertelde Rabbi Joeda het zijn dochter. Toen zij dit vernam, begon zij jammerlijk te weenen. Want wilde zij eerst geen man nemen, thans viel haar het wachten te lang.
72