eerbiedwaardiger dan ieder ander.
En zijn dochter vroeg:
— Mijn lieve vader, is hij goed of slecht?
Toen antwoordde haar vader haar:
— Dat kan geen mensch voor zijn dood zeggen. Hierop zeide zij:
— Dan zal ik Rabbi Chanina tot man nemen. Den volgenden dag ging Rabbi Joeda Chassid weer naar de jesjiba van den anderen Chassid en wachtte tot de leerlingen naar huis gingen. Rabbi Chanina verzocht hij nog even te blijven, want hij wilde iets met hem bespreken.
En Rabbi Joeda Chassid zeide tot hem, dat het tijd was, dat hij een vrouw nam. Maar Rabbi Chanina antwoordde, dat hij nog geen vrouw wilde nemen, daar hij nog niet genoeg geleerd had.
Toen sprak Rabbi Joeda Chassid tot hem en zeide:
— Ge moet mijn dochter tot vrouw nemen.
En Rabbi Chanina antwoordde hem:
— Neen, lieve Rabbi Joeda, want ik ben niet waardig Uw schoonzoon te worden.
Maar Rabbi Joeda Chassid zeide hem nadrukkelijk, dat hij hem tot schoonzoon verkozen had. Hierop zeide Rabbi Chanina:
—- Als het dan zoo moet zijn, dan zal ik haar
71