Maäsiejoth, wondere verhalen

Titel
Maäsiejoth, wondere verhalen

Jaar
1930

Pagina's
176



te hebben, wanneer men zoo rijk is!

Hoe zeer hij het leven van den rijke ook gadesloeg, een bewijs voor diens godsvertrouwen vermocht hij niet te ontdekken.

Slechts één ding viel hem op en geleek verwonderlijk in zijn oogen: de rijke had vele dienaren, een boekhouder, een kassier en een schrijver, die hij volkomen vertrouwde en met wie hij vele belangrijke zaken besprak. Toch bewaarde hij den sleutel van één kamer zelf en liet hem nooit in bewaring van een ander, zelfs niet van zijn vrouw of kinderen.

De gast vroeg den boekhouder, wat dat toch wel voor een bizondere kamer was, dat alleen de rijke zelf daar binnenging. En men vertelde hem, dat in die kamer de geldkist van den rijke stond. Daarom stond hij niemand toe, er binnen te gaan.

Eindelijk besloot de Chassied den rijke mede te deelen, met welk doel de Heilige Raaw hem naar Berditschew gezonden had en hij maakte de opmerking, dat hij bij zijn gastheer nog niet veel van godsvertrouwen bespeurd had.

Hierop geleidde de rijke hem in de geheime kamer en sprak tot hem en zeide:

— Neem de geheimen van deze kamer goed in u op, want hier bevindt zich de schat, waaraan

47

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.