Maäsiejoth, wondere verhalen

Titel
Maäsiejoth, wondere verhalen

Jaar
1930

Pagina's
176



weerwolf bespeurt, dat gij zijn leven wenscht, dan loopt gij groot gevaar, al zijt gij een gezant des konings.

Toen antwoordde de raadsman:

—    Wees gerust, wijs mij het hol van den weerwolf, want ik ben niet gekomen om hem te dooden.

De kolenbrander herhaalde nog eens:

—    Ik smeek u, o heer, dring er bij mij niet op aan, want gij speelt met uw leven.

Maar de raadsman zeide, dat hij niet vertrekken zou, eer hij wist, waar de weerwolf zijn hol had. De kolenbrander mompelde: Moge God zich onzer erbarmen en hij wees den raadsman des konings, waar het hol van den weerwolf zich bevond.

De raadsman stelde zich met spies en boog op bij het hol en dacht: zoodra de weerwolf verschijnt, zal ik hem dooden.

Toen de weerwolf zag, dat de man hem dooden wilde, maakte hij een zijsprong en vloog den raadsman naar de keel. Hij wierp hem neder op den grond en wilde hem dooden.

Toen de kolenbrander dit zag, joeg hij den weerwolf weg van den gezant des konings. Doch deze wilde zijn plan niet opgeven en trachtte opnieuw den weerwolf te dooden. Toen weerde de kolen-

97

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.