LATE MUZIEK.
Een cello klaagt om kreunend leed In donkren klankenstroom:
Wie is het, die de onrust weet Van onzen droom?
Ik ken dit lied van ’t brandend hart In zwoelen lentewind .. .
Het slaat de ziel zoo dof en zwart Als het begint...
Ik hoorde naar de cello-klacht Om eindeloozen strijd .. .
Toen heb ik lang aan jou gedacht En stil geschreid . . .
26