Joodse godsdienstleer voor de jeugd

19

venal doordien wij armen en behoeitigen in staat stellen, zich mede op die dagen te verheugen.

Alle droefenis, die deze feestvreugde kan storen, moet op יום טוב vermeden worden.

De treurweek over afgestorvenen (אבלות שב^ה) wordt wegens de feestvreugde verschoven of, vóór יום טוב reeds ingetreden zijnde, opgeheven. Evenzoo de dertig treurdagen (אבלות שלשים) over andere verwanten dan ouders, indien vóór het feest de ge-heele treurweek geëindigd was.

Onthouding van werk (מלאכה) op de feestdagen.

T T :

Het verbod van allen arbeid geldt op de feestda-gen evenals op Sabbath.

Geoorloofd is ons nogthans op die dagen — be-halve op den Grooten Verzoendag -

a.    Alles, wat voor de bereiding van spijs en drank noodzakelijk is, indien het eene verrichting is, die gewoonlijk op den dag zelven geschiedt en ook in het belang der spijsbereiding tot יום טוב verschoven is; bijv. koken, bakken enz., maar daarentegen niet oogsten of malen of zelfs een dier slachten (indien niet bij zeer hooge noodzakelijkheid);

b.    het ontsteken van licht en vuur, indien eeni-germate voor ׳t feest noodzakelijk, mits men het niet door lorijving of slaan te voorschijn brenge en het, ook niet uitblussche;

Waf׳. II •i