Joodse godsdienstleer voor de jeugd

Titel
Joodse godsdienstleer voor de jeugd

Jaar
1969

Pagina's
220



8

6.

Het gebed ;תפלה)

T י :

Sedert den tijd, dat de tempel te Jeruzalem ver-woest is, heeft de offerdienst (קרבנ1ת) opgehouden

T :IT

en is dus het gebed de eenige wijze, waarop wij onze gevoelens tegenover God te kennen geven. Als wij tot God in het gebed naderen, dan moeten wij dit steeds op passende en eerbiedige wijze doen. Ons lichaam in het algemeen en onze handen in ׳t bizonder moeten bij het gebed rein zijn; evenzoo de plaats, waar wij het gebed uitspreken.

Tijdens het gebed behooren wij alle niet daarbij behoorende gedachten van ons te verwijderen en met volledige aandacht te bidden, in een passende eerbiedige houding, net en welvoegelijk gekleed, ieder woord behoorlijk uitsprekende, maar stil en zonder bovenmatige verheffing van stem.

Bij het hoofdgebed (mfr# שמנה) moeten wij bovendien staan en wel met het aangezicht naar de zijde van het Heilige Land (מזרח) gericht.

Het behoort ook tot den eerbied, aan het gebed verschuldigd, om het steeds zooveel mogelijk op eene vaste, bepaalde plaats te verrichten.

X.

De tijd, voor onze gebeden bèpaald, is:

voor het ochtendgebed (שחרית): tot ’t einde van

. -ן -

een derde gedeelte van den dag;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.