met eerbied te bejegenen en van onze plaats op te staan, wanneer zij ons naderen.
Ons gedrag tegenover andere menschen.
9.Bemin ieder en haat niemand.
״Bemin andere menschen als u zelven!”— gebiedt ons de Thora. Dit beteekent: verheug u, wanneer het iemand wel gaat en wees verdrietig, wanneer hij ongelukkig is, juist alsof het u zelven betrof. Tracht steeds, anderen gelukkig te maken en doe een ander nimmer, wat gij niet zoudt willen, dat u geschiedt.
Wij mogen niemand haten. Wat ons in iemand niet behaagt, moeten wij hem als vrienden onder het oog brengen en trachten, het te verbeteren.
Zelfs onzen vijand mogen wij niet haten. Waar hij onze hulp noodig heeft, moeten wij hem nog eerder bijstaan dan onzen vriend, opdat wij ons gewennen, niemand te haten.
״ Wreek u niet en wees niet haatdragend.” Ver-geld nooit kwaad met kwaad; maar denk ook niet altijd aan het kwaad, dat men u gedaan heeft. Doe ieder wel, ook hem, die u verdriet veroorzaakt heeft.