Joodse godsdienstleer voor de jeugd

Titel
Joodse godsdienstleer voor de jeugd

Jaar
1969

Pagina's
220



Onze Ouders en Leeraren.

8.

״Eer uwen vader en uwe moeder, opdat uwe dagen verlengd tcorden!" — zoo wordt ons door God geboden.

Onze ouders, wien wij naast God alles te danken hebben, moeten wij dus eeren en voor hen ontzag hebben.

Wat zij ons gebiedea, moet door ons stipt ge• hoorzaam opgevolgd wanfen. Zonder verlof onzer ouders mogen wij in hunne tegenwoordigheid niets spreken. Nooit mogen wij ons op hunne plaats zetten.

Onzen ouders moeten wy behulpzaam zyn en hun het leven zoo aangenaam mogelyk maken. Zyn zy oud of zwak geworden, dan moeten wy hen steunen en onderhouden.

״Wie zijne ouders slaat of verwenscht, is den dood schuldig /”

Ook zynen grootouders en zijnen ouderen broeders en zusters is men oprechten eerbied verschuldigd.

Het hoogste ontzag is ons echter voorgeschreven tegenover onze leeraren, die ons in deugd eft gods-dienst onderrichten. Immers, wat zjj ons schenken, is het hoogste en beste, wat wy kunnen bezitten.

Eindelek behooren wy alle grijsaardsgeleerden

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.