De dertien Geloofspunten.
1.1. God heeft de wereld geschapen en zorgt ten allen tijde voor al Zijne schepselen.
2. Er is maar één God; niets is zooals Hij. Daarom zeggen wij ook: ״ ה' אחדde Eeuwige is
T V
eenig!”
3. God is niet een mefiseh, zooals wij. Hij heeft in het geheel geen vorm. Wij kunnen Hem niet zien en ook niet denken, hoe Hij is.
4. God is er altijd geweest en zal altijd blijven bestaan.
5. Tot God alleen moeten wij bidden. Hij is de eenige, die ons alles geven kan.
6. Al wat de vrome, heilige mannen gezegd hebben, die wij Profeten (נביאים) noemen, moeten wij gelooven.
7. Onze leeraar Moses (משה יבנו) was de
1•• ־
grootste profeet. Hij heeft aan Israël de Heilige Leer van God (de ת1רה) onderwezen.
T
8. Die Heilige Leer GTTffO hebben wij nu nog