Liederen van huisvlijt, Eerste deel

Titel
Liederen van huisvlijt, Eerste deel

Jaar
1957

Pagina's
98



Koortsig ligt het kind, de oogen open,

In te drinken druppels van den balsem,

Die uit vaders woorden komt gedropen,

Die verzoet der vele pijnen alsem.

En hij hoort de buitendeur zacht wijken, — Binnen treedt de armelijke wanden En gaat zoete lafenis aanreiken Jezus zelve met doorboorde handen.

En hij ziet den Heiland wuivend stillen Deze koortsen, die zijn keeltje schroeien,

En hij voelt de pijnen van zich vloeien ; —

En zijn hartje stil wordt, — zonder willen ; —

En hij lacht nog ; — wiegend heengedragen Op een wolken-spreiend zalig zingen, —

Ver weg — o zoo ver, naar hemellagen,

Waar veel zoete armen hem omvingen.

„Als Gij wilt, o Jezu,” — bidt de vader,

En zijn stem verschroeit tot smeekend spreken „En gij treedt mijn arme sponde nader,

„En Gij wilt de booze ziekte breken ; —


Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.