Liederen van huisvlijt, Eerste deel

Titel
Liederen van huisvlijt, Eerste deel

Jaar
1957

Pagina's
98



MATTEN VLECHTEN.

Het kleine vrouwtje, rond gebukt,

Het mannetje, in stoel gedrukt —

Ze grijzen in het kotje;

Hij rukt de biezen uit de schoof En reikt ze vrouwtje, staand’ op stoof, — Zij reikt naar het schavotje. — Schavotje is een hoog toestel,

Daar schuift men biezen aan, op tel. — De biezen groeien aan de kreek,

In ’t binnenland, de heidestreek,

Nabij ons Genemuiden ;

Zij waaien, ongeteld en steil,

Zoo maar den grond uit, tot het heil, Het heil van Genemuiden.

Uit geel’ en bruine biezen kan Een oude vrouw en kleine man Saamvlechten een karpetje;

Hij dekt den ketting, zij den slag, —

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.