Opstandige liederen, Derde deel der Liederen

Titel
Opstandige liederen, Derde deel der Liederen

Jaar
1919

Pagina's
49



DE BLINDE

Ik ga soms door de straten als een blinde Ziener naar de toekomst, en een lach Komt schijnen aan mijn denken, daar ik zag De proletaren, die mij wel-gezinde Werkers, de gestalten met het stug Bewustzijn in den harden hersenboog,

Zich verheffen tot een menschen-hoog Gebouw van schoonheid, sterk en stil en vlug; Alle de dingen rondom mij, verzinken Voor dit nieuwe wonder, dat zijn klaar Gelaat opheft, mijn ooren mogen drinken En mijn oogen, schoonheid van gebaar,

Ik hoor woorden worden ritseling

Van kleine bladen, vallend uit den kring

Eener gemeenschap, die fijn lachend gaat,

Naar het diepe einder eener straat; .

Wist ik slechts wat deze menschen spraken, Wist ik slechts waarvan zij woorden maken. —

43

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.