Er zullen zijn, van wie een lach meer zegt Dein duizend schoone uitgesproken woorden, Dat is, omdat er is iets dieps in hen,
Dat klank versmaadt en het te weidsch gebaar Er zich weggeeft zooals de milde aarde.
Er zullen zijn ontastbaren, om wie Gestadig wijdontvouwen vogel kringt,
Dat is, omdat zij leven in het ruim Der onzelfzuchtigheid, en zich bewust Vergeten willen in het wijd Heelal.
23