Het wonder

Titel
Het wonder

Jaar
1920

Pagina's
23



En weifellooze, heeft zij zich begeven,

Naar het verholen oord dat nader kwam.

Haar klein gelaat van plooien en van vouwen Schijnt door een zilversmid te zijn gesmeed; — Waar gaat gij heen geringste aller vrouwen, Wat maakt U tot dezen tocht gereed?

Zij is gindschen ingang genaderd.

Daar is de kleine steeg en het huisje dat wacht. Treedt zij erbinnen? O hoe armelijk is haar verschijnen. Zij gaat de trappen op, die in donker zwij gen staan. Haar voeten kennen geen twijfel, zij aarzelen niet, rechts noch links. Haar hand draagt zij voor zich uit, weifelloos tast zij. Daar is de deur en de klinke die zij heft.

En voor haar oogen opent zich de vreemde mansaarde.

In de kleine ruimte is de stilte en het weifelende licht. Het is alsof er de glimlach der gelukzaligen zweeft. In haar is een kind geboren en de kamer vertelt het verhaal. Van uit de armoebedstede

11

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.