Waar vaart het wonder?
Daar is op aarde niets, of in de lucht, noch in de diepten der afgronden, of het luistert en verschijnt bij den roep van uwe stem.
Waar is het wonder, waarom is het niet verschenen?
Het kleine wonder, dat der kinderen eigen is.
Dat gij hebt ingezogen aan de borsten uwer moeder. Dat gij hebt ontvangen uit den glans van hare oogen. Dat u omving, toen zij u opnam. Dat u doorgolfde, toen zij hare stem hief. Het wonder, het heerlijke wonder, dat hare lippen in u hebben opengekust, toen zij zich tot u boog. Het prachtige, het sublieme wonder, dat van uw lippen gleedt, toen gij het woord, moeder, zei.
In de maatschappij der menschen, is het wonder niet meer. Het wonder leeft slechts tusschen dezen, die liefhebben.
Tusschen de moeder en het kind is het wonder.
Tusschen alle moeders en alle kinderen.
Tusschen alle moeders en alle kinderen der
21