Het wonder

Titel
Het wonder

Jaar
1920

Pagina's
23



IN DE MAATSCHAPPIJ.

In hare diepten heeft nu de maatschappij het kind ontvangen. Zij omvangt het zooals wateren de visch.

Deze vloeien altijd, de borrelingen zijn overal en hij is gansch ondergedompeld.

Toen het kind was aan het donker moederlijf ontgleden, lag het naast haar.

Moeders lach en moeders oogen waren nabij.

Hare lippen bewogen zich tot hem en uit zijn mond groeide een klankje.

Zij gaf hem al hare verbeeldingen. Wanneer hij tot zich zal inkijken, verschijnen zij.

Hij is ganschelijk vol van haar. Haar stem, haar oogen, haar stralende gestalte zijn in hem. Zij is de moeder.

Weet gij nog de vreugde, iets van haar te hebben aangeraakt. Iets van hare handen, van haar wangen, van haar voorhoofd?

In de verwachting tot haar, gingt gij den slaap in, en ontwaaktet in den morgen.

16

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.