God

Titel
God

Jaar
1930

Overig
een gedicht

Pagina's
93



Wanneer gij zuiver zijt, wil ik u schenken Van het natuurgebeuren een inzicht,

Gij zult vernemen wat de boomen denken, Gij zult de klank bereiken van het licht.

Wanneer het avond wordt, en om u henen, De dingen staan zichzelve ongewis,

Zal ik uw ziel de openheid verleenen,

Te mogen volgen hun geschiedenis.

Wanneer gij hebt geleerd, in u te hooren De stilte, en der bladeren mompeling,

Zal ik uw stem opnemen in de koren,

Van zee en aarde, zon, en manekring.

Niets van wat naar u opheft zijne gestalte, Maak’ u bevreesd met muil of loerend oog, Gij weegt der dingen bevende gehalte,

Gij ziet wat hun aanwezig-zijn bewoog.

De dood is niet voor u, noch is het leven, Een tusschen beide wordende zijt gij,

Gij weet u stervende, en moogt beleven,

De wording in u eener nieuwe Mei.

40

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.