Uit onze weeën is een God geboren,
De menschheid baarde Hem, Hij is haar beeld,
Hij is de opgestegene uit koren
Van een verlangen dat Hem heeft geteeld.
Uit ons verlangen God zijt gij geboren Uit een begeeren naar de eeuwigheid,
Wij wilden eeuwig zijn, ons werd beschoren Op deze aarde de kortstondigheid,
Toen maakten wij U Heer, en uit den hoorn Onzer muziek bij noen en avondtijd,
Schalt uwe naam, waarin wij gaan verloren, Om te herleven in uw eeuwigheid,
28