Is daar dan iets van Uw zangspel in mij In ons, een klankgeschenk, een tooverij, Een niet te grijpen iets, een wijkend beeld, Een ongeziene die het ruim bespeelt.
Zijn lucht, en aarde, zee, en firmament, Geheel dit Al, grotesk het instrument,
Dat in de handen beeft, van Een, die is, Van alles iets, van niets gelijkenis.
26