Da Vinei.
Op het gaas zijner verbeelding, ving Hij, de momenten van de werklijkheid,
En hield ze vast in kleur en siddering,
En schonk hun fijn bewegen, eeuwigheid.
Rembrandt.
En hij, die in de eeuwigheden leefde Aller momenten, hoe zag hij u aan,
O smartelijke mensch, in uw bestaan,
Toen uw bewogenheid in zijn bewegen beefde.
Memling.
Hier zijn momenten, geloovigen, verstard;
Zij zien aanbiddend op naar d’Eeuwigheid,
En zacht daalt af Maria, zoet, verward,
In een moment van groote liefelijkheid.
15