De soldaten

Titel
De soldaten

Jaar
1927

Pagina's
23



De eerste andere:

En gij dan, gij, waart gij een andere dan ik, Hebt gij, in het onzalig oogenblik Dat gij Uw vijand tegenover stond Met schop en vuist en mes en heesche mond Gedacht, hij is een mensch, hij is uit Gód,

Uit de oneindigheid is hij gekomen En alle sappen dezer Godheid stroomen Binnen dit kostbaar lijf, dat mij bedreigt. —

Hebt gij dien mensch gespaard?

O Stem, gij zwijgt

De stem :

Ik was een aangevallene, ik weerde;

De eerste andere:

Gij zijt óp mij gesprongen, en gestoken Hebt gij met feilen wil uw bajonet,

Doorheen mijn ingewand, en harde knoken,

De stem:

( wijzend)

Gij hadt het op mijn ondergang gezet.

De eerste andere:

Ik was gezonden uit, U te bestrijden

De stem :

Ik was gezonden uit, U te weerstaan,

De eerste andere:

Wie zondt U uit?

20

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.