Liederen der gemeenschap, Tweede deel der liederen

Titel
Liederen der gemeenschap, Tweede deel der liederen

Jaar
1918

Pagina's
91



Ik werd een vlam, ik heb mijzelf verbrand,

Ik steeg omhoog en werd het licht der sterren, Ik leerde het onmetelijke zwerven Der fonkelingen over avondland.

Toen viel ik in het ruischen van de zee,

Een druppel gele klank ben ik gevallen,

En steeg en daalde met mijn broeders allen, Wanneer de golven ruischten, zong ik mee.

Maar zucht van sterrennachten trok mij weer Omhoog, ik steeg heen naar de hemelkolken, En borg mij in de buiken van de wolken,

En zwanger tot de aarde, viel ik neer.

Ik werd een glinstering op tak en blad,

Ik was een van de kleine blanke droppen,

Die voelen heel de wereld in zich kloppen, Wanneer de zon staat aan de hemelstad.

Ik leefde alle wisselingen door,

Die de atomen in de ruimte maken,

Ik zweefde op der wolken vochte daken,

En ging in moeder aarde weer te loor.

Dit alles heeft een vreemde wil besteld ;

Toen werd ik mensch;

maar van mijn vroeger leven In bloem en ster en dier en wolk en veld,

Is zoete heuchenis in mij verbleven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.