Liederen der gemeenschap, Tweede deel der liederen

Titel
Liederen der gemeenschap, Tweede deel der liederen

Jaar
1918

Pagina's
91



Ik kan niet zwijgen, eerst moet ik uitzingen De zoete blijdschap die mijn hart bewoog, De flonkering gedruppeld in mijn oog,

De gouden regen die mij ging doordringen.

Ik moet getuigen wonderlijke dingen,

Van tooverij die beeldend door mij vloog, I£n van muziek, wier adem op mij woog, Tot ik ontwaakte en begon te zingen.

Ik zal nooit sterven, want ik ben gegaan Op deze zangen, naar de sterrennachten,

En wonderen van het lichtend azuur,

Die cirklend in elkander overgaan.

Zij kennen tijd, vergankelijkheid, noch duur, Want zij zijn eeuwig in hunne prachten;... En in hun eeuwigheid zal ik U wachten.

67

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.