De kinderen van de Gazzan

Titel
De kinderen van de Gazzan

Jaar
1954

Pagina's
70



toen de gedachte in mij op: ‘Nou ja, als Carry dan zondigde en dus in de hel kwam, was ik toch maar liever met haar daar, dan zonder haar in de hemel.’

Na zo’n gedachte overviel mij dan weer een vreselijk angst voor de ‘wrekende God’ uit het Oude Testament, die mijn hele jeugd door mijn gedachten beheerst had. Met die God viel niet te gekscheren, die iemand alleen omdat ze nog even omkeek, in een ‘zoutpilaar’ veranderde, al zei vader dan ook, dat slechts het ongehoorzaam zijn aan God telde en niet het feit zelf.

Hoewel ik met alle moeilijkheden die zich in een opgroeiend en zich ontwikkelend mensenkind voordoen bij Carry terecht kon, wilde ze mij in geloofskwesties absoluut niet raden. Ze zei dat ieder mens dat voor zichzelf moest uitvechten. Toen de dag kwam dat ik vertelde bij haar te willen blijven eten zei ze alleen: ‘Dat is best, hoor.’

Ik vond het eten vreemd, maar erg lekker. Aardappelen, groenten, vlees en jus op één bord en niet zoet gestoofd, zoals thuis, waar we dan ook de groenten apart aten en nooit pudding met melk, omdat na het gebruik van vlees, volgens de spijswet, pas een uur later melk of boter mag worden gebruikt. De romige pudding vond ik dan ook heerlijk.

Toen we klaar waren vroeg Kees van Bruggen een beetje plagend; ‘Nou, en was het lekker?’

‘Heerlijk’, zei ik ‘vooral het vlees, dat smaakte net naar kip.’

‘Ja, ja.’ merkte Kees op, ‘ ’t zwijntje is nog zo kwaad niet.’

47

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.