91
ELFDE TOONEEL.
De vorigen, Mevrouw.
Prosp er: Weet jij dat niet meer? Of laat jij me ook in den steek?
Mevrouw: Ik weet alleen, dat meneer Bakker, dat de meneer-van-boven, de huur, de huur opgezegd heeft... (droogt zich de oogen) ... En dat de meid ’r koffer wil pakken...
Pr o sper: Wel Ghristenezielen!
Mevrouw: Als je ook wat minder nerveus dee ...
P r o s p e r: (uit z’n stoel opvliegend). *t Is goed! Ik verdedig me niet meer! Maar jullie zult nog allemaal léélyk opkyken! (schuift de achterdeuren open, keert zich om, roept): Baptiste! Baptiste! Een moment! (af met Baptiste in achterkamer).
TWAALFDE TOONEEL.
Mevrouw, Groomoe, Aristide, Félicitê.
Aristide: Leelyk opkijken? Nog leelijker? Nee, dat’s haast onmogelijk ... (tot Mevrouw). Jeanne, Jeanne, wees toch verstandiger! Wat schiet je daar mee op?
Groomoe: Aristide heeft gelijk. Voor zoo’n overspannen mensch, die *n paar maanden na ’n sanatorium — als jullie daar ’t geld voor zouen hebben, maar dat hebben jullie helaas niet! — toe zou moeten, voor zoo’n geëxalteerden man, mag je nog geen traan laten!
Mevrouw... Weer zonder iemand op kamers, weer tot over de ooren in de zorg...
Félicité: (door rechterdeur, zingend) Aaaaaaaa! Aaaaaaaa! Avééééé! Avééééé! Dag groomoe! Dag oom! Aaaaaa! Aaaaaa! (af door linkerdeur).
Groomoe: Nou, die doet misschien verstandiger dan jij! Laat je hoofd maar niet hangen! Kom, wees