DEBDE BEDRIJF.
Dezelfde tooneelscbikking van het eerste Bedrijf. De raamgordijnen zijn opgetrokken. Zonnige dag.
EERSTE TOONEEL.
Mevrouw, Félicité, Charlotte.
Mevrouw: (tot Charlotte, die bezig is de vensters te zeemen, terwijl ’t bordje „Gemeubileerde kamers te huur” zichtbaar op ’t schrijfbureau rust) Klaar, Lotte?
Charlotte: (stug) Nee, hoor.
Mevrouw: ’r Moet nog zoo’n boel gedaan worden.
Charlotte: {stug) ’k Heb maar twee handen. Beurs werken ken ’k me niet! (smakt spons in emmer).
Mevrouw: (goedig-angstig) Doe dan de rest strakjes, asjeblief. Meneer heeft zoo dadelijk ’n conferentie — en ’t is hier koud. (in een bovenkamer begint iemand op een piano gamma’s te studeeren).
Charlotte: ('t raam nijdig sluitend). Ik vind alles goed! (emmer in hand) Maar d’r nog is an beginnen, daar dank ’k ie voor!
Mevrouw: Nou, nou, nou, Lotte!
Charlotte: Nou, nou, nou! Laat me gaan! ’k Heb je toch al driemaal de dienst opgezeid! (nijdig naar rechterdeur, keert zich om) De melkboer is met z’n briefie geweest, (stilte) De kolen zijn op. (stilte) ’k Zeg dat de kolen op zijn, en dat hè-’k gister ook al gezeid. ’t Laaste gruis hè-’k vanmorgen van de steenen geschrapt! (stilte) Ja, of u nou stommetje speelt: ik sta d’r voor,