42
Prosper: En waarom, waarom heeft-ie r dan niet meegebracht ? Dat, dat, dat mensch! Waarom die beroerde, geniepige komedie ? Ik ben toch z’n broer, z’n eenige broer!
Baptiste: Waarom? Waarom? Omdat-ie ’r niet dorst voorstellen, omdat ik me al geneerde tweede klasse met ’r te reizen! Omdat ze voor ’n jaar of zoo, met ’n knal falliet is gegaan — ja, falliet, falliet! — omdat ’r natuurlek nog kndere steken an ’r los zijn!
Félicité: Nog andere steken, Baps?
Prosper: (nerveus) De kamer uit, asjeblief! Jóüw gevraag kunnen we zeker missen!
Tante Adèle: Ik verwonderde me ’r óók al over, dat ’n meisje van haar leeftijd...
Félicité: Gompie, tante, van mijn leeftijd, van mijn leeftijd! ’t Zou wat moois zijn, als de wijsheid altijd met de jaren kwam! Bonjour! Ben heelemaal niet nieuwsgierig! Bonjour! {af).
Prosper: (tot Charles, die op de knieën gehurkt, de op den grond liggende rouwkennisgevingen ordent) En jij! En met bekwamen spoed!
Mevrouw: (terwijl Charles geduldig heenstrompelt) Nou, Prosper!
Prosper: Ondermijn je m’n gezag weer?
Mevrouw: Hoe kan je zóó’n jongen „met bekwamen spoed” toeroepen!
Prosper: (uitvarend) Jij met je ziekelijke voorliefde voor je zoon... (Charles af.)
Baptiste: Oom, asjeblief. We zijn enfin seuls.
A r i s t i d e: Ja, ja. En vertel jij nou, Baptiste, hoe ...
ZEVENTIENDE TOONEEL.
Prosper, Aristide, Mevrouw, Adèle, Groomoe, Baptiste.
Prosper: Vertellen! Vertellen! Ik begin met m’n advocaat, met Van der Wielen, op te schellen. Hooren, hoe dat zit, hoe dat moet, hoe dat kan, hoe dat...
Aristide: Juist, ’t Lag me op m’n tong ...