27
Aristide: Dat mot je nou toch ’ns leeren Lotje, zonder bad onder de kop. Ik heb niet de gewoonte van 't schoteltje te slurpen!
Charlotte: Da’s nummer drie! (giet schoteltje op presenteerblad) ’k Zal maar de wyste wezen! (met tweede kop rondkijkend) ...Is de ouwe juffrouw ’r niet? Mot ’k nou weer al de trappen op?
Mevrouw: U ’n kop, moeder?
Groomoe: Ik voor me hart? Godbeware!
Mevrouw: Zet ’t dan maar op tafel neer, Charlotte, ’k Zal Fé naar ’r kamer sturen.
Charlotte: (schel) Asjeblief! (af).
ACHTSTE TOONEEL.
Mevrouw, Groomoe, Prosper, Aristide, Félicité, later Tante AdèLE.
Prosper: Hoe lang ben jy nou nog van plan dat brutale schepseltje te houen? Jy laatje alles welgevallen! Onbegrijpelijk! ’t Is of je bang voor ’r ben!
Mevrouw: (geduldig) Dat ben ’k ook. Ze krygt twee maanden loon en heeft meer dan zes gulden aan kleinigheden voorgeschoten! Dat kon je toch ook weten, Prosper...
Prosper: Kon ik, ik... ? Sinds wanneer bemoei ik me met ’t huishouden!
Mevrouw: Goed. Dan vergis ik me (in linker deuropening) Fé! Fé! Félicitéééé! (’thooge geluid der oefenende meisjesstem: „Aaaaaa l Aaaaaa! Aveeeee V* weerklinkt) Toe, dat heb ik je zoo verzocht!
Félicité: (in deuropening) Wel, gompie, mè,g dat nou niet, pa! Pa, mag dat niet?
Prosper: Wat leg je dat kind in den weg! Wat hindert dat of. .. (Mevrouw wijst met een vinger omhoog. Driftig vaart hij uit) Heb jy nou niet zooveel hart en gevoel om dat uit jezelf te laten! Moet je dat voorgekauwd worden?