De opgaande zon

Titel
De opgaande zon

Jaar
1908

Druk
1932

Overig
4ed

Pagina's
176



TWEEDE BEDRIJF, ACHTSTE TOONEEL    6 7

Mathijs (hem hartelijk de hand toestekend) :

. . . .Daar respecteer ik je dubbel om. . . .

Naphtalie:

.... Mijn tijd om te spreken is nog niet gekomen, zal misschien nooit komen, meneer. . . .

M a t h ij s:

Nooit ?. . . . Beschik je nou al over de eeuwigheid?

Naphtalie (zacht) :

Ik hóü van Sonja — heb 'r de flauwste toespelingen over vermeden — zij gist 't — ik gis 't — we zullen wel blijven gissen.... Ik draag aan moeder af, en die stakker van 'n Go zal wel voor onafzienbare jaren 'n lastpost (zich onderbrekend) — Dat spijt me — 't woord viel me uit mn mond — 'k hou van 't schaap, dat zoo buiten alles, waar wij plezier in vinden, staat. . . . U heeft 'r over gepraat, meneer — niet ik. . . .

M a t h ij s:

Je wou me toch ernstig — ernstig — toen had 'k mijn gedachten, hè?

Naphtalie:

. . . .Nee, meneer — ik praat niet voor ’k praten mag.... Ik had, als u 'r niet over gepicqueerd is, meelij met uw vróuw, omdat ze daar weer zoo zielig bij ons begon te snikken....

M a t h ij s:

.... In de oogen van m'n vrouw, jongenlief, schijn ik 'n soort treurspel of pakkend melodrama te zijn. Bij elk bedrijf natte zakdoeken en tranen....

Naphtalie:

.... Moeder is de laatste dagen ook bijzonder ont




Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.