De opgaande zon

66    TWEEDE BEDRIJF, ACHTSTE TOONEEL

kerij! Een van twee: gebruik je bril rechtstandig

— of grits 'm van je neus....

Naphtalie (ernstig):

... Ze is snikkend boven gekomen.

Mathijs:

Wie?

Naphtalie:

Uw vrouw natuurlijk.

M a t h ij s:

Mijn vrouw? Ben je op m’n vrouw ook zoo'n beetje. . . .

Naphtalie:

Neen, meneer — ik ben op niemand zoo'n beetje... M a t h ij s:

Nee? .... Kijk eens aan, jongen — nee, door — dóór je glazen — wat duivel, dat merk ’k nou pas: jij zit achter je bril als zoo'n juffrouw op ^fn hofje, bij ’t poes en 'r traktaatje, achter 'r horren. . . . Nee, niet boos worden, jongen! .    . .

Durf jij — durf jij 'n eed doen op 't laatste wat je beweerde ?

Naphtalie:

Ik heb niets beweerd, hoef dus geen eed te doen

— en u hoeft nog minder te onderstellen....

M a t h ij s:

Ik onderstel niets. Ik zie, ik zie wat jij niet ziet — wat zie je dan? Ja, wat zie ik dan, hahaha! Naphtalie:

'n Onderwijzer, die 't langzaam aan probeeren wil, 'n graad te halen, steekt z’n hoofd onder de pomp, als-ie tegen z'n wil aan dingen denkt, die buiten z'n bereik liggen....