De opgaande zon

56    TWEEDE BEDRIJF, EERSTE TOONEEL

Stuifsand:

... Ja — en mijn tijd wordt 't ook, al zit 'k niet op zulke heete kolen as hij... . Alleen: zullen we de pers uitnoodigen?

Mees:

. . . .Pers voor 't weesmeissie en ,,Jantje zet je petje af”. . . . ?

Bartels:

. . . .Nou dat hoef je niet met zoo'n verwondering te roepen. . . . (Sonja begint voorzichtig rond de tafel te ruimen) . . . . 'k Geloof dat Jansen in z'n rol gezien mag worden — en mijn vrouw? Doet ^fn beroeps-actrice ’t ’r na?

Gans:

. . . .Geen pers! Geen pers! Ze stoppen de vertoo-ning öf tusschen inbraken — öf ze maken je belachelijk, zoo als de laatste keer, toen ze over Stuifsand z'n dikke tong met de grootste moedwil gevallen zijn. . . .

Stuifsand:

.... Asof ik dat in de eerste plaats helpen kan — asof 't niet dubbel en dwars in me rol voorgeschreven stond! Most ik de Shylock flatteeren?. Laten ze over me tong vallen! Me tong ken tegen 'n stootje, ken tegen twee stootjes! Laten we de pers voor de propaganda van de vereeniging vrij-biljetten zenden.... Voor mijn part vallen ze d'r allemaal over, hahaha!

Gans:

Nou, voorzitter?.... Doe jij vandaag niet mee? Bij mij had je 't hoogste woord! .... Scheelt 'm wat, juffrouw Sonja?