TWEEDE BEDRIJF, EERSTE TOONEEL 55
ben, kunnen zulks alsnog ten huize van den penningmeester. . . .
Mees:
. . . . 't Eenige waar ik bezwaar tegen blijf maken — is tegen de keus... Zoo'n gods-ellendige draak. . . .
M a t h ij s:
. . . Ho! Ho! Daar kan 'k de discussies niet opnieuw voor openen.... We kunnen onzen kaffer-leden geen Ibsen voorzetten als de laatste maal, toen ze 'r hardop bij begonnen te geeuwen en te schuifelen — Shakespeare al net zoo min.... Nee! .... Zanik nou niet, Mees! ....
Mees:
Als onze vereeniging „Shakespeare” heet, dienen we den naam Shakespeare op te houen....
Stuifsand (droog):
. . . .Die zal zonder ons z’n naam toch wel houen....
Mees:
.... Goed — dat spreek ’k niet tegen.... Mathijs:
. . . Niemand verdere aanmerkingen op de circulaire? .... (op de tafel kloppend) . . . Aangenomen!
Bartels:
. . . .Wat haast jij toch, Mathijs!
M a t h ij s:
. . . . Menschen, we zijn vanmorgen om tien begonnen — 'r komt geen end an, als 'k telkens wéér laat beginnen!