EERSTE BEDRIJF, VEERTIENDE TOONEEL 45
kassier èn dan nog heel dikwijls op ons eigen houtje....
Ma t h ij s:
Voorbeeldig! (winkelschel).
Jensen:
En dan hoor je op die manier dikwerf — 'k zal niet zeggen de verrassendste — maar dan toch de meest kurieuze dingen.... 'r Zijn meer lekke schepen en meer zaken, waaraan 'n steek je los... .
Mat h ij s:
.... Dan wij twee vermoeden....
Jensen:
Ja — en dan wil 't gedobbel aan de beurs nog wel ’ns den nekslag geven....
M a t h ij s:
Ja, ja — en 't boven den stand leven, om den schijn te redden. . . . (winkelschel. Een stilte).
Jensen:
U heeft hypotheek op 't huis, niet waar?
M a t h ij s (kort-vinnig) :
Wel wat duivel! .... (dadelijk in glimlach) .... Neeen me niet kwalijk — wij krijgen weersverandering! De oogen van mijn eksters steken erbar-melijk! .... Daar doe 'k al maanden de gekste dingen tegen — helpt geen syllabe.... (opstaand) ... .Geen sigaar?
Jensen:
Werkelijk niet (een stilte). Ik vroeg u . . . .
M a t h ij s:
Van hypotheek, ja ja (zelf sigaar opstekend) Ja, zoo'n zilver dakje is wel makkelijk. Als je ze
De Opgaande Zon 4