38 EERSTE BEDRIJF, TIENDE TOONEEL
voert ze zelfstandig uit. Ze houdt 't grootboek bij, en de accountant die 't elk kwartaal komt con-troleeren — orde in 'n zaak is alles, collega! — heeft nog nooit 't different van 'n speldeknop ontdekt!
Jensen:
Zoo — heeft u 'n accountant?
Mathijs:
'k Zou haast zeggen: natuurlijk*
Jensen:
Uitnemend idee. Ook wij.... (telefoon)
Zei 'k 't niet? Dacht 'k 't niet? Dat genoegen heb je zoo den heelen dag. . . . Excuseer! (Jensen knikt) Ja? (luistertt balt voor den ander onzichtbaar nerveus de vuist). . . . Zoo, Ik zal u straks even opschellen, heb juist bezoek. . . .
Jensen (opstaand) :
. . . .Wil ik. ... ?
M at h ij s:
Wel nee! Wel nee! .... Ik schel u daar op! Bonjour! (gehoorbuis in haak leggend) . . . .Geen zaak van beteekenis — ordertje — loopt niet weg — klant van jaren — en 'n zeldzaam-hard-nekkige! (winkelschel). Ja, we hebben niet te klagen (trapje op, kijkt over gordijntje in magazijn). Als m'n dochter 't maar alleen af ken! M’n vrouw is naar 'n five o’clock tea. . . . (trapje af). En brand nu 'ns los, meneer —- time is money, we hebben allebei waarschijnlijk meer te doen, wat ? . . . .
Jensen:
Om te beginnen, meneer De Sterke, dank ik voor